Een lastig geval: "De MOOISTE van 2009" van Nieuw Zeeland
In NB 93 meldde Eric het blokje van de kiwi-posterijen, waarin een zegel uit de serie Nieuw Zeelandse Wereldkampioenen in de Motorsport (uitgiftedatum 2 februari 2009) is opgenomen. Daarbij werd vermeld dat het hier om een onofficiële uitgifte gaat, omdat dit blokje niet langs de geëigende weg verkocht is. Hoe zit het nu eigenlijk met dit blok?
Sinds een tiental jaren geeft de Nieuw Zeelandse postdienst, alleen aan particuliere klanten, per jaar en per besteedde NZ$ (Nieuw Zeelandse Dollar) één punt op een spaarrekening. Deze punten worden bijgeschreven op een speciaal pasje. In het jaar na het spaarjaar kunnen deze punten voor filatelistische artikelen ingewisseld worden. Zo zijn er onder andere waardebonnen voor toekomstige aankopen te verkrijgen, en speciale verzameluitgiften die alleen door inwisseling van de spaarpunten te verkrijgen zijn. De in een jaar gespaarde punten kunnen niet meegenomen worden naar andere jaren en moeten dus aan cadeaus en/of uitgiften van het spaarjaar uitgegeven worden.
De Collecor Card van de New Zealand Post
Één van de zaken die speciaal voor puntenspaarders wordt vervaardigd, zijn de blokken met daarin de mooiste zegels van dat afgelopen jaar. In 2009 viel deze eer dus ook te beurt aan de zegel van NZ$ 2.50 uit de motorsportserie, met daarop de wegrace coureur Hugh Anderson, wereldkampioen in 1963 (50 + 125 cc), 1964 (50 cc) en 1965 (125 cc). In totaal werden voor het jaar 2009 negen zegels uitgekozen die in drie apart te bestellen blokken werden uitgegeven:
Sheet 1:
$2.50 Anzac
$2.50 Giant Weta
$2.00 Auckland Harbour Bridge 50th Anniv.
Sheet 2:
$2.50 Cape Reinga
$2.00 Year of the Ox
$2.50 Champions of Motor Sport
Sheet 3:
$2.30 Matariki Heitiki
$1.80 Christmas Stamp
$2.80 Sir Peter Blake
De motorzegel in het MOOISTE blok wijkt af van de eerder uigegeven zegel door een andere tanding. De gewoon uitgegeven serie- en blokzegels hebben een tanding van 14 en die in de MOOISTE blokken hebben een tanding van 13¼ : 13 ½.
Waar zit nu het dilemma voor ons verzamelaars?
De FIP reglementen die leidraad zijn of iets wel of niet verzamelwaardig is (eigen-lijk moeten we zeggen: opgenomen mag worden in een tentoonstellingsverzameling) spreken over zegels die vrij verkrijgbaar zijn, dan wel geweest zijn aan de postloketten in het land van uitgifte. Dat zijn deze blokken dus niet.
Aan de andere kant wordt ook gesproken van het toestaan van filatelistische elementen aangemaakt om te komen tot een uitgifte dan wel welke geschikt zijn voor het frankeren van te verzenden post, en de zegels in de blokken mogen gebruikt worden om post te versturen.
Dus…. Wat nu te adviseren? Mogelijk dat onze FIP-regel kenner en topexposant de MFN-secretaris daar ook eens zijn licht over kan laten schijnen.
Gelukkig hanteren wij als club de maatstaf dat alles wat in de Michel catalogus opgenomen wordt ook in onze MFN catalogi komt, wat dus zal resulteren in opname van beide uitgiften. De zegel (en het blok) van de normale uitgifte staat in de Michel onder nummer 2573A (Bl 238) en het MOOISTE blok als Bl255 en het zegel daaruit als 2573C.
Voorlopig geef ik het blok nog het voordeel van de twijfel en denk dus dat het bijschrift bij het MOOISTE blok als "niet officieel" zijnde nog niet geheel duidelijk is. Zo lastig kunnen de taken van Nieuwtjesprofessoren en catalogusbouwers dus gemaakt worden.
Hans de Kloet
Naar boven - Terug naar vorige pagina - Home |