Belgische motormerken

Een tijdje geleden kreeg ik van een motor-enthousiaste kennis een hele fraaie envelop uit 1999, met daarop de logo's van een groot aantal Belgische motormerken. Een aantal daarvan kende ik wel: FN, Sarolea, Gillet, Flandria en Royal Nord. Daarnaast stonden er verbazend veel merken op waar ik echt nog nooit van gehoord had, ondanks mijn brede interesse in oude motoren.

Envelop met Belgische motor- en brommermerken

Dus de boeken er maar eens bij gepakt, en natuurlijk eens wat gezocht op internet. Van een deel van de merken op de envelop kon ik helemaal niets vinden, ook hét standaardwerk Tragatsch kent ze niet: Aiglon, Amex, Imperia, Imperial, Legia Deprez, LR Alost, M. Graindorge, Piedbœuf (wel bekend als Belgische bierbrouwerij….) en SS. Waarschijnlijk zijn dit kleine, lokale merken waarvan vrijwel niets bewaard is gebleven.
Laten we eens kijken naar een aantal interessante merken.

Een belangrijke is Minerva. Dit merk was er al heel vroeg bij en bouwde reeds in 1900 motorfietsen! In het begin was het eigenlijk een fiets (het oorspronkelijke product van Minerva) waar een 211cc Zürcher motortje aan gekoppeld kon worden. De aandrijving gebeurde dmv. een gedraaide leren riem.
Al snel begon Minerva zelf de Zürcher motoren in licentie te bouwen en te moderniseren. Het waren al motorblokken met gestuurde kleppen, zeer modern voor die tijd waarin de "automatische" inlaatklep (ook wel "snuffelklep" genoemd) nog gebruikelijk was. Behalve in de Minerva motorfietsen werden deze blokken ook door zo'n 75 andere firma's gebruikt voor inbouw in hun eigen motorfietsen. Daaronder ook merken als Adler, Opel, Royal Enfield en Triumph! Vanaf 1903 werd er ook succesvol deelgenomen aan races.
Logo van Minerva

In 1904 begon men ook auto's te bouwen. In eerste instantie een mini-auto, de Minervette, maar later serieuzer. Blijkbaar was dit een groot succes, want vanaf 1910 bouwde Minerva alleen nog maar auto's en helaas geen motorfietsen meer.

Minerva motorfiets 1902
Een 1902 Minerva

Escol logo Escol is in 1914 opgericht door Jules Escol, als fabrikant van elektrische mijnlieren. In 1923 bouwde hij samen met zijn oudere broers een prototype motorfiets, die nooit in productie ging omdat hij te duur werd. Vanaf 1926 werden er wel auto's gebouwd. De meeste onderdelen, waaronder het chassis en de motor, kwamen van andere fabrikanten en alleen de carrosserie was eigenbouw.
Vanaf 1933 werden er dan toch motorfietsen gebouwd. Er werden motorblokken van Villiers (2-takten van 125 en 250cc), JAP (4-takten van 250 tot 600cc) en Python gebruikt. De frames waren zeer bijzonder, en gemaakt van geperst plaatstaal. In 1940 werd door de oorlog de productie van motorfietsen gestaakt.

Escol motorfiets
Een 2-takt Escol motorfiets

Zeer vooruitstrevend was Socovel, voluit: SOciété pour l'e'tude et la COnstruction de Vehicules ELectriques (Vennootschap voor onderzoek en constructie van elektrische voertuigen). Zoals de naam al aangeeft legde deze firma zich in eerste instantie toe op elektrische motorfietsen, en dat in 1938!
In 1941 werd een prototype gebouwd van een soort elektrische scooter, uitgerust met 3 6-volts batterijen. Met het 1 pk motortje kon ca. 45 km gereden worden met een snelheid van 25-30 km/uur. Er schijnen 15 stuks gebouwd te zijn.
Waarschijnlijk was dit echter geen groot succes, en daarom bouwde men later ook verbrandingsmotoren in. Eerst in licentie gebouwde blokken van Villiers en Jawa, maar later ook aangekochte Sachs, JLO en verschillende Engelse motoren. Daarbij waren ook 2-cilinder boxermotoren van Coventry Victor. In 1955 is het bedrijf opgehouden te bestaan.
Socovel logo

Elektrische Socovel scooter
Een elektrisch aangedreven scooter van Socovel

Jeecy-Vea logo Curieus is het merk Jeecy-Vea. Niet zozeer vanwege zijn producten, maar meer vanwege het logo waarin de Swastika (beter bekend als Hakenkruis) een prominente rol speelt. Hoewel dit symbool tegenwoordig vooral geassocieerd wordt met Nazi-Duitsland en de 2e wereldoorlog, is het van oorsprong een eeuwenoud symbool uit het Hindoeïsme en Boeddhisme. Oorspronkelijk stonden de armen van de Swastika horizontaal en verticaal, en pas in de 20-er jaren werd door Hitler zelf de Nazi vlag met de 45° gedraaide Swastika ontworpen. Aangezien de Swastika in het Jeecy-Vea logo ook 45° gedraaid is, doet dit vermoeden dat het logo toch wijst op sympathie voor Nazi-Duitsland.

Het merk heeft slechts bestaan van 1923 tot en met 1927, en heeft motorfietsen en lichte auto's ("voiturettes") gebouwd. Er is slechts weinig informatie van te vinden, en al helemaal geen afbeeldingen van motoren. Er schijnen voornamelijk 498cc en 688cc 2-cilinder boxermotoren met zijkleppen van het merk Coventry Victor gebruikt te zijn. De naam schijnt vooral bekend gebleven te zijn omdat koning Albert I van België een Jeecy-Vea motorfiets bereden heeft.

In 1924 ontstond in Brasschaat, bij Antwerpen, het motormerk Lady. De oprichter was echter een Nederlander, constructeur Lambert van Ouwerkerk. Ondanks dat het een klein merk was en slechts 16 jaar heeft bestaan, had Lady een zeer goede naam. Er werd ook succesvol deelgenomen aan verschillende sporten, waaronder wegraces en baansport.
De eerste motoren hadden voor die tijd zeer moderne gelaste frames met een driehoeksconstructie, waarbij de tank een dragend deel was:

Lady logo

Lady motorfietsen op het Salon te Brussel in 1924

Reeds in 1930 werden motorfietsen met achtervering gebouwd. In de loop der jaren werden verschillende motorblokken gebruikt, zowel 2- als 4-takten, die werden betrokken van Villiers, MAG, Blackburne, JAP en Python (Rudge).
In 1929 nam Lady het eveneens Belgische merk PA (Praillet & Antoine) over. Ook dit merk is op de envelop terug te vinden. In 1936 trok van Ouwerkerk zich terug en nam een andere Nederlandse ingenieur, Lucas van Steenbergen, de zaak over. Lady bleef ook in de crisisjaren vasthouden aan kwaliteit en een breed modellenpakket. Mede hierdoor moest in 1940 faillissement worden aangevraagd.

La Mondiale logo Een merk dat in dit rijtje zeker niet mag ontbreken is La Mondiale. Dit merk was een der eersten die, al in 1923, frames bouwde van geperst plaatstaal. Dit is altijd een kenmerk van La Mondiale gebleven. Ook verder waren de motorfietsen, ontworpen door de gebroeders Morel, technisch vooruitstrevend en zeker niet "doorsnee" te noemen.

In het eerste model uit 1923 was het zelf ontwikkelde 308cc 2-takt motorblok ondersteboven in het frame gemonteerd. De transmissie bestond uit een zogenaamde wrijvingskoppeling. Daarbij wordt een stalen wiel haaks tegen het bronzen vliegwiel aangedrukt en zo aangedreven. Door het stalen wiel verder van de vliegwielas af te schuiven wordt een langere overbrenging verkregen. Op de Mondiale kon het wiel in 5 standen versteld worden, zodat er 5 versnellingen beschikbaar waren. De eind-aandrijving gebeurde door middel van een ketting in een gesloten kettingkast. De treeplanken dienden tevens als uitlaten, waarmee meteen voetverwarming beschikbaar was!

Ondersteboven gemonteerd motorblok in een La Mondiale
Het ondersteboven gemonteerde motorblok van de eerste La Mondiale modellen

Advertentie voor La Mondiale
Advertentie voor de eerste La Mondiale

In 1925 was er keuze uit een Luxe, Sport en Toerisme model. Er werden vooral 350cc motoren ingebouwd van merken als Blackburne, JAP en Villiers en later ook Chaisse.
In 1929 werden er nog maar weinig machines geproduceerd, en in 1930 dienden de crisisjaren zich aan. Men bouwde in 1932 nog een lichte 150 cc 2-takt met Villiers-blok. Alle 4-takt motoren (350-, 500- en 600 cc) kwamen toen van Sturmey-Archer. In 1933 kwam het laatste model: een goedkope 350 cc tweetakt. In 1934 eindigde helaas de productie van dit zeer vooruitstrevende merk.

Gelukkig hebben de Belgische Posterijen ingezien dat de rijke Belgische motorhistorie niet vergeten mag worden. In 1995 hebben ze een serie van 4 zegels uitgegeven met daarop afbeeldingen van oude Belgische motoren: een Minerva V-twin uit 1908, een FN 4-cilinder uit 1913, een La Mondiale uit 1929 en tenslotte een Gillet uit 1937:

Belgische postzegels met oude motormerken

Zoals uit bovenstaande duidelijk geworden zal zijn is dit slechts een kleine greep uit al het moois dat in de loop der jaren door Belgische motorfabrikanten gebouwd is.
Helaas is de envelop niet met een van bovenstaande zegels gefrankeerd.  Dat zou helemaal een mooi en stijlvol filatelistisch item opgeleverd hebben. Mocht iemand zo'n envelop in zijn bezit hebben, dan zou ik graag een afbeelding ontvangen om in een volgende nieuwsbrief te plaatsen.

Paul Essens

 

Naar boven   -   Terug naar vorige pagina   -   Home