O. Meisel / Indian - laatste deel(?)

In de vorige nieuwsbrief stond een oproepje om mee te denken over het verloop van de rit van O. Meisel met de Indian. Helaas is alle post onderweg zoekgeraakt en heeft ons e-mail adres waarschijnlijk last gehad van een virus, want er heeft ons geen reactie bereikt. Helaas.
Het is dan ook een moeilijk traject dat Henry met de Indian heeft afgelegd. Met Nico en Cully heb ik er al behoorlijke discussies over gehad en vooral met onze NGLP-postmaster verschil ik van mening over het wel of niet per vliegtuig van Greenbay en Milwaukee te zijn vervoerd van de brieven. Onderstaand mijn visie op het geheel.

Henry O. Meisel, lokale dealer van de Indian motorfietsen in het kleine dorpje Clintonville, Wisconsin, was tevens een verwoed verzamelaar van luchtpoststukken. Zo zijn er diverse vroege luchtpoststempels (veelal eerste vlucht data) van Amerikaanse binnenlandse vluchten aangebracht op aan hem gerichte enveloppen met een Indian model Scout als adres-achtergrond.
Toen dan ook bekend werd dat er een tariefwijziging (halvering) zou worden doorgevoerd, bedacht hij een gecombineerd poststuktransport van per motorfiets naar een postkantoor gebrachte en vandaar per vliegtuig (luchtpost) verder vervoerde enveloppen, op zowel de laatste dag van het oude tarief als de eerste dag van het nieuwe lage tarief.
Met een vriend, Mr. W.S. Bouton, werkzaam bij Indian Motorcycle co. Springfield, Massachusetts, maakte hij de afspraak dat deze de verzonden brieven zou ontvangen en bewaren voor O. Meisel.
De dichtstbijzijnde luchtlijn van de posterijen bevond zich tussen de vliegvelden van Greenbay en Milwaukee. Vanaf Milwaukee werden de stukken dan weer per vliegtuig naar Chicago vervoerd om vandaar de reis naar Springfield te maken. O. Meisel bedacht om een ritje tussen de twee vliegvelden te maken, en in beide plaatsen enveloppen per luchtpost te verzenden. De leden van zijn club, de AAMS, konden op inschrijving deze luchtpoststukken verkrijgen. In totaal werden zo 388 enveloppen van elk besteld die hij besloot in rood te nummeren.
Uiteraard moesten de enveloppen wel een “appetijtelijk” uiterlijk hebben en O. Meisel liet speciaal voor dit doel vier verschillende enveloppen drukken; één voor de ‘laatste dag’ heenreis, één voor de ‘laatste dag’ terugreis, dan nog één voor de ‘eerste dag’ heenreis en één voor de terugreis op de eerste dag van het lage tarief.
Naar mijn idee staat er op de morgen van de ‘laatste dag’ nog niets met rode inkt op de enveloppen. O. Meisel klimt in Clintonville op de Indian om de 130 mijlen naar Milwaukee af te leggen. Helaas doet zich bij vertrek of onderweg een mankement voor waardoor de Indian Scout zijn dienst niet kan volbrengen. In Milwaukee chartert hij een vriend, Joe Campbell, eigenaar van een Indian zijspan combi, om samen met hem de rit alsnog te volbrengen en ze gaan op pad.
Om beurten rijden ze een gedeelte van de route, maar komen te laat in Greenbay om de stukken nog met het vliegtuig naar Milwaukee te verzenden, en ze besluiten om ze weer mee terug te nemen naar Milwaukee. Wel laten ze de stukken daar afstempelen om 2 uur ‘s middags. Via Oshkosh rijden ze weer terug en eenmaal in Milwaukee blijkt dat ook hier het vliegtuig al vertrokken is. Ook hier laten ze wel de stukken afstempelen maar om de post toch op 31 juli mee te krijgen met het vliegtuig naar Springfield, Mass., Moeten ze zich nu haasten naar Chicago, een kleine 100 mijl verderop, alwaar om 12 uur ‘s nachts (al dan niet de tijd teruggezet) een air-mail stempel word geplaatst. Pffhuy, toch nog gered.
‘s Anderdaags is eenzelfde rit voor het nieuwe lage tarief gepland . Deze keer langs een andere weg via Manitowoc waarbij ze ook de plaatsjes Oostburg en België aandoen. Maar ook nu weer gaf de motorfiets problemen en werd te laat gestart. Gelukkig kon deze dag, woensdag 1 augustus 1928, de rit naar Greenbay wel op de Indian solo gereden worden maar konden ook nu weer de brieven niet op tijd gepost worden voor de postvlucht van Greenbay naar Milwaukee. Naar alle waarschijnlijkheid was de Indian niet meer in staat om de terugreis te voltooien want retour-rit-brieven van deze dag zijn onbekend hoewel op de heen-rit-brieven werd gemeld wordt dat er zulke brieven zijn gemaakt..
Toch zijn op de één of andere manier de heenreis brieven in Chicago beland want er staat op de ‘laag-tarief-heen-brieven’ wel een luchtpoststempel van Chicago.
Waarschijnlijk gedesillusioneerd van het mislukken van zijn plan besloot O.Meisel, toen hij de wel verzonden brieven in Clintonville terug gestuurd kreeg, om op de brieven aanwijzingen te plaatsen over de gang van zaken.
Hij besloot om de ‘hoog-tarief-brieven’ te voorzien van een “A” en de ‘laag-tarief-brieven’ van een “B” te voorzien. Al doende ontstonden er twee verschillende enveloppen met beide de A als kenmerk, namelijk van de heen en de terugreis. Hij besloot dat dat niet paste bij zijn werkwijze en begon de A-terugreis-brieven te overdrukken met een balkje en daar B-enveloppen van te maken. De C en D zouden op de ‘laag-tarief-stukken’ geplaatst gaan worden.
Bij de drukker liet hij de info over de ritten in rood aanbrengen op de stukken.
Getuige het feit dat O. Meisel op de Ceetjes aangeeft dat er ook Deetjes bestaan, moet ik er van uitgaan dat die dan ook daadwerkelijk bestaan, maar ik heb ze nog nooit gezien.


Een A-brief

Alle afbeeldingen van de besproken brieven kun je in de vorige Nieuwsbrief terug vinden.
Tot zover mijn visie op deze fraaie stukken van O. Meisel. Overigens heeft hij nog meerdere van deze “Diamantjes” voor onze verzameling gemaakt zoals de al eerder besproken Armistice-Day covers van een paar maanden later.
Ben je in het bezit van een D-brief? Graag een kopietje dan naar ondergetekende.

Hans de Kloet

 

Naar boven   -   Terug naar vorige pagina   -   Home