Roodfrankeringen:
een uitstervend element of.....................
Of je vindt ze afschuwelijk en het aankijken niet waardig, of je vindt deze miniatuur
reclamebeelden om te zoenen. Eigenlijk heb ik hier tussenin nog nooit iemand over de
roodfrankering horen spreken. Okay, veel exposanten foefelen de strookjes tussen hun
tentoonstellingmateriaal maar vinden het eigenlijk maar zo zo. Toch is zo'n houding niet
helemaal gerechtvaardigd want de reclametoevoegingen brengen maar al te vaak dat missende
stukje in een verhaal.
Wat zijn nu die roodfrankeringen?
Allereerst moeten we twee verschillende op elkaar gelijkende rode stempel frankeringen
onderscheiden. Laat in de 19e eeuw gebeurde het nog wel eens dat er op de postkantoren
geen postzegels meer voor handen waren. Vaak werd er dan met rood potlood een frankering
op de stukken aangebracht. Al in 1897 bedacht de Duitser J. Baumann uit Regensburg een
stempelautomaat voor gebruik aan de loketten. Het duurde echter nog tot 1910 voordat deze
"frankeermachine" in gebruik werd genomen door de postdienst. Deze stempels
werden dus door een machine op de aangeboden poststukken geplaatst door de postdienst
zelf.
In Nederland werden dit soort machines gebruikt van 1927 tot 1979 ter frankering van grote
hoeveelheden drukwerken en brieven. In de beginjaren werd een cliché met alleen het
waarde- en landinschrift gebruikt, en later kwam hier een Nederlandse Leeuw figuur bij te
staan. Een bekend voorbeeld voor ons is de "mailing" envelop van Pluvier met de
Sinterklaas verrassing van Berini:
Eigenlijk bestaan dit soort frankeermachines nu weer, alleen noemen we ze nu
loketstroken frankeermachines.
De voor ons belangrijke afstempelingen zijn die stempelingen die door de verzender zelf op
zijn kantoor middels een machine op de te verzenden stukken ter frankering werden/worden
aangebracht: de rood-frankeer-afstempeling.
Zo'n rfa bestaat uit drie gedeeltes; meest rechts vinden we de frankeerwaarde die
correspondeert met het geldende tarief en het klantnummer waar dit bedrag in rekening
wordt gebracht, in het midden de plaats en gegevens van de afzender. Deze twee
stempelingen moeten altijd aanwezig zijn. Meest links komt dan het reclamegedeelte. Bij
sommige rfa's staat er tussen het waarde- en afzenderstempel een extra veld met het logo
van de afzender. Dit logo maakt vast deel uit van de rfa en kan niet zoals het reclameveld
verwisseld worden.
Voorbeeld van RFA's met de afzonderlijke onderdelen duidelijk zichtbaar
Tijdens de Wereldpostvereniging conferentie van 1920 te Madrid werd door de deelnemende
landen frankering middels machines door verzenders zelf voor internationaal postverkeer
toegelaten. Afgesproken werd dat alleen de rode kleur voor deze frankering toegestaan was.
De laatste jaren komen er ook steeds meer andere kleuren voor. Zo gebruiken onze
Oosterburen (de Duitsers) al een tijdje ook de blauwe kleur en komen in de Scandinavische
landen stempels voor met het PTT-gedeelte in rood en de reclametekst in zwart. Sommige
machines drukken de rfa niet direct op de te verzenden poststukken maar op losse stroken
die dan weer op de post geplakt worden.
In Nederland zijn verschillende fabrikanten van dergelijke machientjes door de PTT
toegelaten. Elk heeft zijn eigen lettercode die terug te vinden is onder de frankeerwaarde
aanduiding voorafgaand aan het apparaatnummer:
FM = Frama (Frankeer Machine) |
FR = Francotyp
HR = Hasler
KR = Krag
PB = Pitney Bowes
PR = Postalia
RN = Neopost
SA = Sarli |
|
In Duitsland werden eveneens de Francotyp en de Postalia toegelaten naast de Satas en
Hasler, maar de meest voorkomende was Komusin.
Momenteel, met de komst van het digitalisme, is de enige grote Nederlandse naam in het
strijdperk Ruys die het op moet nemen tegen TeleNorma van de Duitse PTT.
Dat er voor ons thematikanen veel leuks te vinden is onder de rfa's is duidelijk. Zo is
onderstaand exemplaar schitterend in het stroofje 'Scooters' (waar vind je zo'n mooi
plaatje van een Lambretta) maar is ook goed te gebruiken bij brommers want Nordisk Diesel
was ook de maker van de Diesella producten die montagemotortjes fabriceerde.
Verder blijkt uit deze rfa dat ook de Deense koning dus op een Lambretta of Diesella
reed, deze leverancier voert immers het 'Hofleveranciers' kroontje.
De waarde van de rfa's varieert ernstig, samenhangend met de leeftijd en kwaliteit van de
rfa. Het al of niet nog compleet zijn van het stuk maakt niet zo erg veel uit. Als er op
de gebruikte envelop een mooie print van de desbetreffende firma aangebracht is, is het
natuurlijk zonde om daar geen gebruik van te maken.
Fraaie oudere rfa's zijn schaars en daarmee aanzienlijk duurder in aanschaf dan moderne.
De eerste periode werden dit soort frankeringen als niet-verzamelwaardig beschouwd. Wie
had er toen nog van thematisch verzamelen gehoord? Verder werden de stempelkussens maar
zelden voorzien van nieuwe verse inkt en werden ontvangen stukken vaak in ordners bewaard
waardoor er perforatiegaten in de stukken kwamen. Als je een vroege fraaie en goed in je
verhaal te gebruiken rfa vindt, schroom dan niet om deze aan te schaffen, je kan er goed
mee scoren.
Hoe rfa's te bewaren?
Helaas zitten veel van de rfa's op groot formaat enveloppen en die nemen nogal wat ruimte
in om te bewaren. Vandaar dat veel verzamelaars er de voorkeur aan geven om de stempels
uit te knippen en op meer handzame kaartjes te plakken. Afgezien van de al eerder gemelde
mogelijk aanwezige leuk te gebruiken illustratie op de envelop die dan wegvalt, kunnen
veel lijmsoorten het papier aan gaan tasten. Zelf kies ik ervoor om de gehele enveloppen
te bewaren en desnoods te vouwen.
Een rfa is alleen een rfa als alle drie de delen nog aanwezig zijn dus knip de reclames
niet los van de plaats- en waardeaanduidingen. Zgn. nul-waarden geven vaak wel een mooie
afdruk te zien maar hebben filatelistisch gezien geen waarde want ze dienen geen postaal
doel.
Voorbeeld van een nul-waarde RFA
De laatste jaren gebruiken ook steeds vaker evenementen de rfa en dat geeft ons weer
een aardig motief beeld. Zoals hier de WKSpeedway te Amsterdam:
Dan komen we zo stilletjes aan bij de openingsvraag:
ROODFRANKERINGEN: een uitstervend element of.....................
In de dienstorders van 1 juli 2002 maakte TPG-Post bekend dat per 1 oktober 2007 alleen
nog die frankeermachines mogen worden gebruikt waarmee het mogelijk is om frankeertegoed
op afstand te laden.
Bedrijven kunnen dan middels een telefoonlijn een bepaald tegoed opladen in hun
machientjes en kunnen dan tot dit bedrag op is hun post daarmee frankeren. Dit systeem,
Netset genaamd, is nu ook al in bedrijf en de machines zijn volledig autonoom. Bij grote
bedrijven maken de verzenders in eigen kantoor op hun computer de brief, voeren het adres
in en verzenden het geheel digitaal naar de postkamer. Aldaar print de machine de brief,
vouwt hem, print de envelop, doet de brief geheel geautomatiseerd in de envelop, weegt het
geheel en print er meteen, samen met de reclametekst of afbeelding die de verzender
opgegeven heeft (en deze keuze is eindeloos, elk plaatje zou kunnen) de rfa op.
Uiteraard brengen deze lijnen nogal wat kosten mee en daarom biedt TPG ook steeds meer
andere mogelijkheden om kantoorpost te frankeren. (Digitale postzegel, zelfklevende
bedrijfszegels en 'Port Betaald' adres dragers.):
Al een paar jaar draait de discussie over wat te doen met deze zgn Adresdragers. Zijn
het nu wel of niet postale aanduidingen?
Toen de eerste verzamelaars met de rfa op de proppen kwamen werden ze ook uitgelachen
terwijl de lachers van toen nu soms wel 25.00 Euro voor een fraai stuk neerleggen.
We wachten het af.
Hans de Kloet
Naar boven - Terug naar vorige pagina - Home |