| MFN-lid Peter Boone Op de laatste clubmiddag werd mij  gevraagd of ik voor het komende blad een stukje wilde schrijven over mijzelf en  hoe ik ertoe gekomen was om postzegels met het thema motorfiets te gaan sparen. Dat wilde ik dus wel doen.Ik ben van 1958 en zit daarmee, gebaseerd  op wat ik op de clubmiddagen zag, een beetje aan de onderzijde van de  gemiddelde leeftijd van de leden.
 Ik ben gehuwd met Lize. We hebben 2  kinderen en ondertussen ook 5 kleinkinderen. We wonen in Middelburg.
  Op mijn zestiende ben ik gelijk op  de brommer gestapt, een Puch MV50. Maar na een paar weken kwam er een auto van  rechts die ik niet had gezien, en als gevolg daarvan stond het platenframe  daarna ongeveer onder een hoek van 90 graden. Op de foto niet mijn eigen  brommer, maar wel een met hetzelfde hoge stuur. 
 Na een week of 10 in het gips kon  ik een andere kopen en dat was een Benelli T 50. 
Deze was makkelijk op te voeren,  zodat dat natuurlijk al snel gedaan was. Maar dat ging niet altijd even goed. Na controle mocht hij 3 maanden op het politiebureau verblijven voor technisch onderzoek. Uiteindelijk kwam er een  frame met een onderblok retour. Gelukkig had ik de originele onderdelen nog.  Op mijn 18e ging ik op een geleende  Triumph T110 naar het politiebureau voor een oefenvergunning. Het bijbehorende  L‑plaatje hield ik in mijn zak en dat zat natuurlijk niet op de motor, want dan  werd je te veel gecontroleerd. Ik zat toen in de examenklas van de LTS en ging  op de motor naar school. Maar deze Engelse motor was ook een echte Engelse motor, wat lekte dat ding olie! De bovenliggende olieleidingen waren  lek en uiteraard ook de pakkingen van het carter. Dat betekende niet in het fietsenhok  maar op de openbare weg parkeren. Dus ook in de zomer met mooi weer met een  regenbroek over je eigen broek aan rijden, om niet al te veel broeken te verpesten. 
Van een kennis op een MOB-complex (redactie: waar het leger reserve-materieel voor gebruik tijdens mobilisaties stalde) kreeg ik olie  vanuit jeeps. Die werden 2 x per jaar gestart waarna de olie weer ververst werd. Wel een hele mooie tijd.  Nadat het rijbewijs was gehaald kwam er een Kawasaki Mach III. Dit avontuur duurde maar een paar maanden  voordat de krukas in de soep was gedraaid. 
 Ondertussen was ik aangenomen bij  de Koninklijke Marechaussee en moest ik mij elke zondagavond melden in  Apeldoorn. Er moest dus een andere motorfiets komen.Dit werd een splinternieuwe Honda  CB 550. Maar dat ding zoop verschrikkelijk. Ik moest op zondag aan het eind van  de middag al weg om nog op tijd een geopende benzinepomp te halen onderweg (de  pompen waren toen nog niet 24/7 open, en een betaalpas hadden we in die tijd  ook nog niet uitgevonden). Na een half jaar en 20.000 kilometer verder heb ik  dat ding maar ingeruild voor een BMW R 75/6. Die was zuiniger en had een grotere  tank, dus was op 1 tank de rit Middelburg - Apeldoorn haalbaar. Dat scheelde weer veel tijd.
 
Bij de marechaussee heb ik eerst het autorijbewijs gehaald, en daarna nog een motoropleiding mogen volgen. Eind  1978 kwam ik op de brigade Terneuzen terecht waar een 3-tal BMW R 60/5 stonden, 1 met een Gläser kuip (voor de wachtmeester) en 2 kale  voor de marechaussees. Ja zo ging dat in die tijd. Een jas van plastic en een echte paardrijbroek met bijbehorende laarzen maakten de kleding compleet. Een  jethelm met een scherm dat vroeger gebruikt werd als vissenkom. Dus bij een beetje snelheid je hoofd een ietsje  opzij doen betekende dat je vissenkom van je helm waaide. 
 De privé R 75/6 heb ik ingeruild  voor een BMW R 90/S. Ondertussen werd ik voor bijna 2 jaar in Brussel  gedetacheerd. Natuurlijk reed ik zoveel mogelijk op deze machine op en neer.  Toen kwam de gezinsuitbreiding en zoals bij velen in die tijd werd de motor van  de hand          gedaan ten gunste van een auto.Maar gelukkig kon ik op de  dienstmotor blijven rijden. De 60/5 was ondertussen ingeruild voor een R 80. Hierna kwamen de eerste bakstenen (redactie: bijnaam voor de BMW's met liggende 3- en 4‑cilinder  blokken). Dus mijn nieuwe dienstmotor werd een K 75, gevolgd door de BMW K 1100 LT en later nog een Yamaha FJR 1300.
 

Ondertussen had ik privé ook weer  een motorfiets aangeschaft, een BMW K 100. Mijn vrouw was ook enthousiast geworden en haalde haar rijbewijs. Dus nog een motorfiets erbij gekocht en jawel, ook een K 100.  2 parelmoer BMW's, een mooi stel
Ook de kinderen werden ondertussen  enthousiast en hebben na hun autorijbewijs hun motorrijbewijs gehaald, zodat we op een gegeven moment met 4 motoren op pad konden.Later werden er nog een paar BMW K  1100 LT's aangeschaft, waarvan ik de voorlaatste verkocht met ruim 220.000 km op de teller (aangeschaft met ongeveer 40.000).
 Thans heb ik nog een K 1100 LT in  High Line uitvoering die ik gebruik voor het begeleiden van de Zeelandiarun die ik samen met enkele enthousiastelingen jaarlijks organiseer.
 
Daarnaast hebben we privé een BMW R 1200 RT LC waar we veel mee op vakantie gaan.  En nu: waarom motorfietspostzegels. Vanaf mijn jeugd spaar ik al  postzegels. De Benelux heb ik compleet vanaf mijn geboortejaar. Af en toe kwam  ik de laatste jaren al eens postzegels met het thema motorfietsen tegen en die  legde ik al een tijdje apart. Uiteindelijk ben ik via Google in contact gekomen  met de MFN. Tevens ben ik nog lid van een lokale postzegelvereniging. Daar weet  men wat ik spaar en krijg ik regelmatig op de clubavonden postzegels van  medeleden.
 In 2015 ben ik bij de marechaussee  met FLO (Functioneel Leeftijds Ontslag) gegaan. Ik wist dat ik vroeg veel vrije  tijd zou gaan krijgen, daarom ben ik in 2008 begonnen om via de webwinkel  www.motoronderdelenshop.nl gebruikte motorfietsonderdelen te gaan verkopen. Zoals  het bij meer dingen gaat loopt zoiets nogal snel uit de hand. Dus genoeg te  doen na mijn FLO.
  Mijn wens is om meer medeleden op  de motor te mogen ontmoeten tijdens de clubmiddagen.  Met vriendelijke groet, Peter Boone        Naar boven   -   Terug naar vorige pagina   -   Home |