Prince of Speed (deel 2)
"World-Beater" project
Sinds 1965 hadden de belangrijkste Britse motorproducenten al geprobeerd samen een nieuwe 500 cc wegracer te bouwen, maar jarenlang mislukten alle pogingen om tot resultaat te komen. In 1969 waren er echter concrete plannen. Weslake had een relatief eenvoudige parallel‑twin ontwikkeld die in een Rickman Métisse frame was gehangen, ongeveer 69 pk leverde en uitgebreid getest werd door Phil Read.
Inmiddels was ook de firma Reads of Leytonstone betrokken bij het project. Zij beschikten in januari al over een staande twin met dubbele bovenliggende nokkenassen die eerder was tentoongesteld op stand van Münch op de IFMA.
Phil Read nam de aandelen van Reads of Leytonstone over. De bedoeling was dat de machine als productieracer verkocht zou worden, maar dat zijspancoureurs ook losse motorblokken zouden kunnen kopen. Er werd ook een uitzondering gemaakt voor Tom Arter en Peter Williams die al langer plannen hadden een Weslake-blok in een Reynolds-frame te monteren. Read was testrijder en adviseur en gestationeerd bij de Weslake-fabriek in Rye. Hij besloot het door Ken Sprayson gebouwde Reynolds frame over te nemen. Hij nam de leiding van het project over van Peter Williams zodat die kon werken aan zijn eigen project om de verouderde Matchless G50 te vervangen. Eind januari werd de machine gepresenteerd. Een "World-Beater" was het echter niet.
De machine moest omgerekend ca. 12.000 gulden (5500 euro) gaan kosten. Phil Read startte ermee in de North West 200 in Noord-Ierland, maar moest al na één ronde stoppen omdat de oliedruk wegviel als hij accelereerde. In augustus was het enige nieuws dat de machine "nog niet racerijp" was. In oktober trok Phil Read zich terug uit het project.
Ook in 1970 nam Phil Read slechts sporadisch deel aan de WK-serie. Hij startte in Assen in de 250 en 350 cc klassen, waar hij tweede en derde werd en hij finishte als derde in de 250 cc race in Monza. Hij werd ondersteund door de Nederlandse monteur Ferry Brouwer. Deze werd later de importeur van Arai helmen in Europa en de man achter de Centennial TT.
In 1971 reed Phil Read een bijna volledig seizoen in de 250 cc klasse. Yamaha had weer semi-fabrieksracers gebouwd. Deze Yamaha YZ 632's werden ter beschikking gesteld van Kent Andersson en Rodney Gould, maar Read won drie achtereenvolgende GP's met zijn Yamaha TD 2 B, die door Ferry Brouwer getuned was, maar waarvan het frame door Read zelf ontwikkeld was. De machine was bijzonder snel en betrouwbaar, maar in Tsjechoslowakije brak Phil Read een schouderblad en een sleutelbeen, waardoor het erop leek dat de wereldtitel niet meer haalbaar zou zijn.
Twee GP's later was hij echter al terug, hoewel hij in Finland niet verder kwam dan de tiende plaats. Het ging nu tussen Gould en Read, die slechts enkele punten uit elkaar lagen en eigenlijk allebei minder goede resultaten begonnen te boeken. Toen Read in Ulster uitviel werd Gould slechts zesde, waardoor hij toch een punt voorsprong op Read kreeg. Gould hoefde uiteindelijk in Spanje slechts vierde te worden om de wereldtitel te grijpen, maar hij viel uit. Nu had Phil Read aan de vierde plaats genoeg, maar hij werd zelfs tweede en daarmee wereldkampioen. Hij hoopte op fabriekssteun van Yamaha in 1972, maar een van de topmensen in Japan verklaarde: "Al was Phil Read de enige rijder ter wereld, dan nog zouden we hem niet terug nemen".
Phil Read startte slechts enkele malen in de 350 cc klasse, maar viel meestal uit. In Monza kreeg hij van Ducati de nieuwe Ducati 500 GP ter beschikking, samen met Bruno Spaggiari. Spaggiari viel uit, Read werd vierde. Hij was betrokken bij de oprichting van de Grand Prix Riders Association, een vereniging van coureurs die probeerde de omstandigheden voor de coureurs tijdens wedstrijden te verbeteren.
Phil Read maakte samen met Dave Simmonds, Frank Perris, Reg Thomas en David Dixon deel uit van een voorlopig comité dat bij elke Grand Prix zou vergaderen en startgelden zou vaststellen in categorieën, al naar gelang de prestaties van een coureur.
In 1972 startte Phil Read voor het nieuwe John Player Norton team in een aantal 750 cc races, zoals de Daytona 200, de Mallory Park Race of the Year en een Formule 750 race in Anderstorp.
Phil Read op de John Player Norton in Daytona
Hij had een Suzuki T 500 aangeschaft en wilde dus waarschijnlijk in de 500 cc klasse uitkomen, maar toen Jarno Saarinen met zijn Yamaha YZ 634 een bedreiging werd voor de kansen van Giacomo Agostini werd hij door MV Agusta ingehuurd om Agostini in de 350 cc klasse te ondersteunen. Hij bleef echter met de Yamaha TD 3 in de 250 cc klasse uitkomen en won de GP van Frankrijk en de 250 cc Lightweight TT. In het 250 cc wereldkampioenschap werd hij vierde. Vanaf de GP des Nations kreeg hij de driecilinder MV Agusta 350 3C tot zijn beschikking. Agostini kon beschikken over de nieuwe viercilinder MV Agusta 350 4C, maar had toch vaak meer vertrouwen in de driecilinder. Toen Read in de DDR ook een viercilinder kreeg won hij de race nadat Agostini was uitgevallen. Hij sloot het seizoen in de 350 cc klasse af als vijfde, Agostini werd wereldkampioen.
Nadat de leider in het wereldkampioenschap 125 cc Gilberto Parlotti tijdens de 125 cc Lightweight TT verongelukte, was Phil Read een van de coureurs die vonden dat de Isle of Man TT van de WK‑kalender geschrapt moest worden.
In 1973 werd het 750 cc team van Norton ingekrompen en daardoor kon Read ingaan op een aanbod van MV Agusta voor een echt Grand Prix contract. Men vermoedde dat hij achter Agostini als tweede rijder moest opereren, maar Phil Read zag dat in elk geval anders. Door de matige betrouwbaarheid van de 350 cc MV Agusta's haalden ze maar zelden beiden de finish, maar in Assen won Agostini met slechts 0.1 seconde voorsprong op Read. In Finland verleende Phil Read weer duidelijk hand-en-spandiensten aan Agostini door Teuvo Länsivuori op de derde plaats te houden. Daarmee verspeelde Länsivuori zijn laatste kans op de wereldtitel, die naar Agostini ging.
Voor de 500 cc klasse had MV Agusta de 350 4C opgeboord tot 430 cc, maar Agostini vertrouwde de machine niet en reed bijna het hele seizoen met de oude 500 cc driecilinder. Phil Read gebruikte vrijwel altijd de 430 cc viercilinder.
Phil Reads MV 500 4C bij een classic race evenement
De eerste twee races werden echter gewonnen door Jarno Saarinen met de nieuwe viercilinder tweetakt Yamaha TZ 500. Read won de Grand Prix van Duitsland nadat Agostini en de Yamaha-rijders Saarinen en Hideo Kanaya waren uitgevallen.
Toen volgde het zware ongeluk in Monza, waarbij Jarno Saarinen en Renzo Pasolini het leven verloren. De 500 cc race werd geschrapt en Yamaha trok haar team voor de rest van het seizoen terug. Daarmee was de grootste dreiging in de 500 cc klasse weggevallen. MV Agusta startte zoals afgesproken niet in de Isle of Man TT, maar door een betwijfelde beslissing van teambaas Arturo Magni ook niet in de Grand Prix van Joegoslavië. In Assen viel Agostini weer uit, waardoor Read, die hem niet had kunnen volgen, won. Agostini haalde zijn eerste punten in de 500 cc klasse pas in België, maar toen had Phil Read al 54 punten verzameld. Ago's volgende overwinning in Tsjechoslowakije, waar Read tweede werd, bracht Read's aanstaande wereldtitel dan ook niet in gevaar. Toen hij in Anderstorp won mocht hij zich al wereldkampioen 500 cc noemen. Hij won als afsluiting van het seizoen, zij het met moeite omdat zijn motor lange tijd vermogen tekort scheen te komen, de Spaanse Grand Prix.
Eind 1973 verbaasde Phil Read zich over de uitspraak van Giacomo Agostini in de pers dat hij (Ago) de eerste rijder bij MV Agusta zou moeten zijn. Read dacht dat de woorden van Agostini verdraaid waren, maar toen ze in een tweede interview herhaald werden was de sfeer tussen de beide teamgenoten om te snijden. Besloten werd dat tijdens de "Race of the South" op Brands Hatch beslist zou worden wie van hen de beste was. De race werd gewonnen door Read, terwijl Agostini zelfs nog door Wil Hartog ingehaald werd.
Agostini vertrok eind 1973 naar Yamaha, onder andere omdat hij dan ook in de Daytona 200 zou mogen rijden.
Read kreeg een goed contract bij MV Agusta maar drong er wel op aan Dieter Braun als tweede rijder in te huren. Dat paste niet in het plaatje van MV Agusta, dat ook iemand voor het Italiaans kampioenschap nodig had en daarom werd het Gianfranco Bonera. In de 350 cc klasse verdween MV Agusta al snel van het toneel. Na uitgevallen te zijn in Frankrijk en Oostenrijk kwam het team vanaf de thuisrace in Imola niet meer aan de start. In de 500 cc klasse kwamen Bonera en Read weer met de 430 cc viercilinder aan de start. Agostini brak in Zweden een sleutelbeen, waardoor hij kansloos werd voor de titel. Read won in Frankrijk, maar werd in Imola en Assen slechts derde.
In België was de volwaardige 500 cc MV Agusta klaar en vanaf dat moment ging het beter. Phil Read won daar net als in Finland en Tsjechoslowakije en werd wereldkampioen. Bonera eindigde het seizoen als tweede.
Al na enkele races in 1975 werd duidelijk dat het contract met Phil Read door MV Agusta in 1976 niet verlengd zou worden. Read was zeer ontevreden over zijn machines en de sfeer in het team was zeer slecht. Daar stond tegenover dat Giacomo Agostini juist weer toenadering tot het team zocht.
De MV Agusta kon het ook niet meer bolwerken tegen de snelle Yamaha's van Agostini en Teuvo Länsivuori, met uitzondering van puresnelheidscircuits als Hockenheim en Spa‑Francorchamps. Toch had hij een goede tweede seizoenshelft, ook omdat Agostini minder goed ging presteren. Read won in België en werd tweede in Zweden, waar Agostini uitviel. Read won ook in Tsjechoslowakije, maar Agostini's tweede plaats was voldoende om wereldkampioen te worden. Phil Read sloot het seizoen met de tweede plaats af.
Begin 1976 stelde Read aan graaf Corrado Agusta voor om een privé-team met MV Agusta motoren op te richten. Dat deed Agusta ook, maar niet met Phil Read. Hij stelde de machines ter beschikking van Giacomo Agostini en diens "Marlboro-Api Racing Team". Daarom schafte Phil Read zelf een privé-motor aan: een Suzuki RG 500, maar enkele weken later werd hij opgenomen in het "Life Racing Team" (geleid door Alberto Pagani) met productiemotoren van de Italiaanse Suzuki-importeur SAIAD.
Phil Read op de Team Life Suzuki
Hij sloot zich aan bij de "McCormack groep", geleid door de Amerikaan Mark McCormack. Die groep eiste hoge startgelden van de organisatoren volgens het "één voor allen, allen voor één" principe. Als een van de elf aangesloten coureurs niet werd gecontracteerd, kwamen ze geen van allen. Het idee was gedoemd te mislukken: de coureurs konden zich niet veroorloven een start te weigeren als niet‑aangesloten rijders een bedreiging voor het wereldkampioenschap vormden. De organisatie van de TT van Assen was de eerste die ermee geconfronteerd werd, maar weigerde eenvoudig met vertegenwoordiger Ian Todd te praten. Tegen die tijd was de groep al geslonken tot zes coureurs.
Read werd derde in Oostenrijk en tweede in Italië, maar in België eindigde zijn GP‑carrière vrij plotseling. Terwijl hij in zwembroek aan de bar van het hotel zat meldde zijn manager Alberto Pagani dat hij ziek was. In elk geval had hij een gesprek met zijn vrouw Madeleine gehad en dat werd vermeld als de reden dat hij niet startte. Zijn monteurs wisten dat echter niet. Zij stonden een paar minuten voor de start nog op Phil te wachten, terwijl die al thuis in Oxshott was. 's Zondags verklaarde Pagani dat Phil niet meer buiten Engeland zou racen om meer aandacht te besteden aan zijn gezin (twee van zijn vier zonen hadden aanpassingsmoeilijkheden op school) en twee bedrijven: de Ierse helmenfabriek Premier en de kleding- en laarzenfabriek Phil Read International. Hij moest wel zonder zijn Suzuki's rijden, want die eiste sponsor Life meteen op om ze vervolgens aan Teuvo Länsivuori te geven. Toch bleef Life International Read nog financieel steunen. Op 13 oktober 1976 nam hij afscheid van de sport tijdens de Gauloises Powerbike races op Brands Hatch. Hij reed een nieuw ronde record, maar viel ook, waarbij hij een sleutelbeen brak. Bijna onmiddellijk werd bekend dat hij zich zijn afscheid anders had voorgesteld en dat hij voor 1977 weer raceplannen aan het smeden was.
Hoewel hij al jaren tegen het racen op het Eiland Man was, nam hij in 1977 toch weer deel aan de TT.
Van harte ging het niet: Read had het geld nodig omdat hij in scheiding lag, en de organisatie bood hem het vijfvoudige van het startgeld dat hij in 1972 gekregen had. De ontvangst was bijzonder koeltjes: marshalls wilden staken en hem werd verteld dat hij zijn Rolls-Royce het beste achter het hotel kon parkeren om te voorkomen dat de auto beschadigd zou worden. Ook het applaus na zijn eerste overwinning (de Senior TT op een Suzuki) was magertjes, maar toen hij met een Honda CB 750 de Formule TT won werd het publiek enthousiaster.
In 1978 keerde Mike Hailwood na elf jaar terug op het Eiland Man. Hailwood reed met een tamelijk kansloos geachte Ducati, Read met zijn Honda Britain CB 750.
Het gevecht duurde slechts 3½ ronde. Toen viel Read uit door een flinke olielekkage. Hailwood lag al aan de leiding en had duidelijk het publiek op zijn hand, maar Phil Read herinnerde zich deze korte race als een van de mooiste uit zijn carrière. Dat kwam naar eigen zeggen ook omdat hij Mike Hailwood werkelijk - als coureur en als mens - bewonderde.
Phil Read werd in de jaren na 1978 onder andere dealer van het merk Honda in Hersham. In 1982 nam hij nog een keer deel aan een aantal races op Man: de Senior TT (vierde), de Classic TT (uitgevallen) en de Formula One TT (uitgevallen). In 1998 werd hij zestiende in de Manx Grand Prix Classic Senior Race.
In de jaren negentig werkte Phil Read als project funder en ontwerper van golfbanen. In 2003 kocht hij een ABSAF (Appingerdammer BSA Fabriek) om deel te nemen aan de pas opgerichte World Classic Serie. Vanaf 2010 was Phil Read nog vaak te zien bij klassieke races, waar hij net als Jim Redman zijn eigen merchandise verkocht.
In 2021 werd er bij hem COPD vastgesteld en kort daarna prostaatkanker. Read overleed op 83-jarige leeftijd in Canterbury.
Zelf had ik het genoegen om Phil in 1976 persoonlijk te leren kennen en met hem te rijden tijdens de Arai 100 in oktober 2000 bij de opening van de Lausitzring. Ondanks zijn tegendraadse karakter (maar welke topsporter heeft dat niet?) was hij een fijne vent en een verdomd goede rijder. Een van de helden van het Continental Circus die geschiedenis schreef.
Hans Baartman
Phil Read: Winnaar van 8 wereldtitels en 52 Grand Prix
★ 1-1-1939 Luton - † 6-10-2022 Canterbury
Naar boven - Terug naar vorige pagina - Home |