De Gevleugelde
De Aermacchi geschiedenis begint in 1905, toen in Varese door de broers Macchi een NV werd opgericht. Hun fabriek maakte koetswerken voor verschillende motorvoertuigen.
In 1912 verzocht het ministerie van oorlog de Fratelli Macchi vliegtuigen te ontwerpen en te bouwen. Enige ervaring hierin was er niet, dus werd contact gezocht met de Franse firma Nieuport. In 1915 startte men met de bouw van watervliegtuigen.
In het jaar 1923 ging men verder onder de naam Aeronautica Macchi. Onder deze naam werden in de jaren tot WO II ook diverse overwinningen behaald in races met watervliegtuigen. In de oorlogsjaren maakte men diverse gevechtsvliegtuigen voor de luchtmacht.
In de jaren '50 is men ook gestart met het fabriceren van straalvliegtuigen. Vervolgens werd in 1962 de naam omgedoopt tot Aermacchi. In 1961 en 1966 werden enkele hoogterecords gevestigd met de MB 326.
Kort gezegd kan men stellen dat men vanaf de oprichting tot heden een belangrijke bijdrage heeft geleverd aan de luchtvaart. Zo staat anno nu het record voor watervliegtuigen nog steeds op hun naam, en heeft men al meer dan 14000 vliegtuigen geproduceerd.
Naast deze vliegtuigproductie begon men na WO II te voldoen aan de grote vraag naar transportmiddelen in het gebombardeerde Italië. Eerst begon men met een 3‑wielig vrachtautootje: de MB 1 Autocarro met een benzinemotor van 750 cc.
Maar aangezien er ook behoefte was aan vervoer van personen ging men al snel tweetakt motoren produceren. Onder leiding van Lino Tonti kwam in 1951 de eerste 125 cc de fabriek uitrollen. Dit was de 125N, ook wel de Cigno (zwaan) genoemd. Later werden in de 50‑er jaren nog diverse 125 en 150 cc modellen geproduceerd.
In 1956 startte men met de eerste 4‑takt motor; de 175 cc Chimera. Dit zou de basis worden van alle later gemaakte 4‑takt modellen. De productie van dit model liep door tot 1961.
De opvolgers hierna kregen allemaal een gevleugelde naam, zoals Ala Bianca 175, Ala Rossa 175, Ala Verde 250, Ala Azurra en als racer de Ala d'Oro 250/350 (Ala is Italiaans voor vleugel).
In het jaar 1960 kwam er een verbond tot stand met Harley‑Davidson, dat vanaf toen 50% eigenaar werd van Aermacchi. De reden daarvoor was dat de Amerikanen een modellenreeks wilden voor met name de lichtere klassen.
Hun eigen 125 en 175 cc modellen gebruikten achterhaalde techniek, gebaseerd op de DKW RT125 uit de 30‑er jaren. Dus vanaf dat jaar werd de naam Aermacchi Harley‑Davidson. Deze samenwerking zou tot 1972 duren. Naast de tweetakt modellen werden ook de 4‑takt 250 cc modellen voor de Amerikaanse markt aangepast en kregen zij een nieuwe naam: Sprint.
Ook ging men de raceblokken van de Ala d'Oro aanpassen voor de Amerikaanse markt. Dit werden de 250 cc wegracer- (CRTT) en
dirttrackblokken (CRS) met magneetontsteking, en later ook de 350 cc uitvoeringen ERTT en ERS.
Wat de racers betreft hadden de Ala d'Oro's al aardig naam gemaakt met behoorlijk wat successen. Door de wendbaarheid, laag zwaartepunt en smalle bouw hadden ze veel voordelen ten opzichte van twee- en meercilinders. Helaas waren ze niet altijd even betrouwbaar, mede door de methodiek van Italiaanse productie. Desondanks was een Aermacchi in handen van een goede rijder zoals Renzo Pasolini, Alberto Pagani, of Phil Read moeilijk te verslaan.
In 1964 zette Aermacchi met Roger Reiman als rijder op de zoutvlakte van Bonneville een nieuw AMA‑record voor de 250 cc klasse van 251.4 km/u gemiddeld. In 1965 deed George Roeder dit nog dunnetjes over met als resultaat 283.96 km/u.
In 1972 werd AMF Harley‑Davidson 100 procent eigenaar van Aermacchi. Daardoor werden enkele modellen gerestyled voor de Amerikaanse markt en stond er alleen nog Harley‑Davidson op de tank. Zo werd er een 350 cc met elektrische starter gemaakt, en maakte men enkele off-the-road modellen.
Op sportgebied werd na het tragische raceongeluk van Pasolini op Monza in 1973 een nieuwe coureur aangetrokken. Zijn naam: Walter Villa. Met een tweetakt werd deze in '74 en '75 wereldkampioen in de klasse 250 cc, en in '76 zelfs zowel in de 250 cc als in de 350 cc.
Al deze resultaten mochten echter niet baten. In 1978 trokken de Amerikanen de stekker uit de onderneming en werd de Fabriek in Varese te koop gezet. Deze kwam toen in handen van het vrij nieuwe merk Cagiva, en daarmee eindigde een roemrucht tijdperk van Aermacchi, "De Gevleugelde".
Heden ten dage zijn Aermacchi's een gewild verzamelobject en ook in classic races scoren ze nog steeds hoog. Onder andere bij de Classic Manx Grand Prix rijden ze steevast vooraan.
Hans Baartman
Naar boven - Terug naar vorige pagina - Home |