Een stempel dat wat vertelt.
De Grossglockner, een berg in Oostenrijk in de buurt van Heiligenblut, ligt op de grens van Tirol en Karinthië en is met een hoogte van 3798 meter de hoogste berg van Oostenrijk. Het hoogst berijdbare punt, de Edelweissstrasse, ligt op 2571 meter. Ook met de motor en/of auto een hele klim.
Vandaar dat er op de weg naar deze top al in 1935, één dag na het gereed komen van de aanleg op 4 augustus, een heuvelklim race, op zijn Duits een Bergrennen, werd georganiseerd.
Bergrennen werden al vroeg na de uitvinding van de auto en de motorfiets georganiseerd in vele landen. Al in 1899 vonden de eerste races in Oostenrijk te Semmering plaats. Na de Eerste Wereldoorlog kwam de motorsport weer mondjesmaat op gang en er werd een reeks races met de titel Grote Prijzen gehouden.
In Oostenrijk werd dat in 1929 "Der Grossen Bergpreise" van Oostenrijk op de Gaisberg bij Salzburg.
In 1935 verhuisde dit evenement naar de net nieuw aangelegde weg naar de top van de hoogste berg van Oostenrijk, de Grossglockner Hochalpenstrasse. De race naar de top werd gereden over een afstand van 19.5 kilometer, met een te overbruggen hoogteverschil van 1593 meter.
Uiteraard wijde de Oostenrijkse post hier een herinneringsstempel aan, echter zonder plaatje van auto of motorfiets.
Er werden wedstrijden gehouden met 250 cc, 350 cc, 500 cc, 1000 cc en zijspannen met 600 cc motoren. De Autoklasse telde vijf groepen van 1100 tot 3000 cc.
Nog twee maal (1938 en 1939) werd op de Grossglockner Hochalpenstrasse, geracet maar na de Anschluss in 1938 werd de naam gewijzigd in Grossen Bergpreise van Duitsland.
Inmiddels, zoals met zoveel races uit het verleden, wordt de race als een re-enactment weer om de twee jaar verreden, maar nu als regelmatigheidswedstrijd.
Op een blokuitgifte van het Caribische Nederlandse Saba met als thema "Het Koninkrijk der Nederlanden in oorlog 1940-1945" en als ondertitel "De bevrijding van Nederland 1945" staan een paar bekende afbeeldingen. De uitgifte bestaat uit 24 (vermoedelijk semi-)persoonlijke postzegels.
"Vermoedelijk semi" omdat de door particuliere bestellers geleverde persoonlijke postzegelvelletjes van Saba tien dezelfde afbeeldingen dragen. Maar goed, toen Nico me deze vondst toonde, sprongen meteen de drie zegels met motorfietsen in het oog.
De eerste toont de bij de uitgifte "Nederlandse hoogtepunten uit de 20e Eeuw" (1999) al gebruikte foto van de Canadees W. Roberts, met een stel (3) wulpse deernen op zijn pre-war Matchless GL3. Je moet het weten want anders zie je deze zomaar over het hoofd.
En dan de tweede motorzegel. Deze laat twee Canadese motorrijders zien in de Leidsestraat in Amsterdam. De rechter motorfiets heeft geen black-out verlichting, wat er op duidt dat deze motorfiets niet aan het front werd gebruikt. Maar beide motoren zijn eveneens Matchless GL3 fietsen. De foto komt van de NOS-site.
De derde is eveneens van een bekende foto van de bevrijding van Amsterdam en laat twee meisjes zien achterop eveneens een Matchless GL3, maar nu uit 1941 en met telescopische voorvork. Dit model kreeg een extra W (wartime) bij de letters, en om de meisjes wat comfortabeler te laten zitten was er een extra stukje buddyseat toegevoegd. Dit was natuurlijk eigenlijk bedoeld voor de soldaat zodat deze in lage houding over het slagveld kon rijden.
De waarde van alle zegels is 99 cent en over elke rij zegelbeelden staan de cijfers 4, 0, 4 en 5 die horizontaal 4045 vormen.
Sorteren maar!!
Het is alweer een hele poos geleden, misschien al wel een paar jaar, dat ik van een clublid een Engelse postzegel ontving van de 350 Jaar Royal Mail serie met de datarijder er op afgebeeld, die voorzien was van een aantal parelmoerachtige stippen. De vraag was wat dat voor stippen waren. Ook ik had geen flauw idee wat en waarom dit was. Wel een tijdje gespeurd, maar toen maar terzijde gelegd.
Nu, een hele tijd later, kwam ik op internet een kaartje tegen met dezelfde stippen. Met deze afbeeldingen kon ik heel wat meer want het was een introductiekaart voor A.L.S., Automatic Letter Sorting.
Ik heb de getoonde afbeelding wat bewerkt zodat de dots wat duidelijker te zien zijn. In werkelijkheid zijn ze heel licht van kleur en op beschreven en beduimelde enveloppen vallen ze haast niet op. Duidelijk dus dat hier om machinale lees/sorteer aanwijzingen gaat.
Al in 1931 werd in Rotterdam de Transorma brievensorteermachine gebruikt, een Nederlandse uitvinding die zich over vele postdiensten in de wereld verspreidde (zie NB 98 voor het artikel hierover van Nico). Voor veel postcodes was deze machine echter niet de beste oplossing, en daarom werd door de ontwikkeldiensten van de betreffende posterijen geëxperimenteerd met eigen systemen. In het Oosten van Europa testte men de OCR methode, die op een vaste manier geschreven cijfers en letters probeerde te lezen. Zie de Russische enveloppen.
In Engeland, waar ze een postcode bestaande uit 3 + 3 tekens hanteren, werd voortbordurend op de Transorma methode de adressering omgezet in twee lijnen met elk één letter en een aantal fosforescerende punten, de dots. De onderste lijn representeerde het district waar de brief heen moest, en de bovenste de wijk en adres van de ontvanger. Als nu de postzegel niet helemaal op de juiste plek was geplakt, kon het natuurlijk dat zo'n dot op de zegel terecht kwam.
Nu stond het test-sorteercentrum in Milton Keynes, en zie welke naam de poststempels dragen. En de testfase begon rond 1985 en werd in 1986 gestopt. Het zou dus best kunnen dat je een zegeltje met de datarijder in je collectie kunt aantreffen. Speurze.
Hans de Kloet
Naar boven - Terug naar vorige pagina - Home |