B.A. Jansen (1861-1932)
         Op 20-jarige leeftijd begon  Bernard Jansen in 1881 in Den Bosch een Magazijn van Vélocipèden. Toen in 1898  sprake was van een terugval in de rijwielindustrie, vooral bij de eersteklas  kwaliteitsmerken, voegde hij de recent ontwikkelde motorfiets toe aan zijn  assortiment. Met zijn grote belangstelling voor de moderne mogelijkheden van  mobiliteit ging hij in het begin van de twintigste eeuw ook over op de verkoop  van automobielen. 
          In 1929 droeg Bernard Jansen de  zaak over aan zijn zoon Theo, die hem omvormde tot de N.V. B.A. Jansen's  Handelsmaatschappij. 
          Bernard Antonius Jansen overleed  in 1932. Zijn zoon Theo zette het bedrijf als rijwiel-, motorfiets- en  autohandel tot 1967 voort. Zoals zijn vader enthousiast was geweest voor de  wielersport, zo was Theo een enthousiast motorrijder. Hij behaalde twee  Nederlandse Kampioenschappen, in 1923 en 1924. 
          Na de Tweede Wereldoorlog werd  BAJ Rijwielen zelfs motorfietsproducent, toen men Victoria zijboordmotoren aan  fietsframes ging monteren. Dit was een clip-on motor die vrij eenvoudig te  monteren was, en al snel aan populariteit won. Feitelijk legden dergelijke  "fietsen met hulpmotor" de basis voor de latere bromfietsen. 
          In 1898 importeerde B. Jansen al  de motortricycle van De Dion-Bouton naar Nederland. Importeren deed B.  Jansen zelf. Hij reisde naar Frankrijk toe en reed met de motordriewieler weer  naar 's‑Hertogenbosch. 
          Begin 1910 verkocht Jansen diverse  motormerken waaronder Ariel, Sparkbrook, Minerva, Endurance en Omega. 
          Na het overlijden van zoon Theo Jansen,  die kinderloos stierf, kwam er een einde aan het bedrijf. Het bijna complete  archief dat vanaf de beginjaren in stand was gehouden werd overgedragen aan het  stadsarchief van 's‑Hertogenbosch.  Daar kan men veel briefkaarten en brieven bekijken die tussen de motorfabrikanten  en de firma Jansen verstuurd werden. Ook veel foldermateriaal uit het begin van  de motorindustrie is in dit archief aanwezig. 
          Maar een klein deel van dat archief is  in handen van verzamelaars gekomen en ik heb via-via ook een paar briefkaarten van  de firma Jansen. 
          Dit geeft wel een mooi overzicht weer  hoe men in die tijd correspondeerde. Geen internet, maar veel met briefkaarten  en brieven. 
        Briefkaart met een afbeelding van een  Minerva motorblok: 
         
        Met  daarop  de tekst: 
        
          Ik berijd een Minerva motor 300, zoo als bovenstaande foto,  doch heb er zo'n last mee dat de olie steeds uit het luchtventiel geperst  wordt. Als ik de ventilmoer er uitdraai en er van onderen krachtig in blaas dan  sluit het kogeltje niet goed het gaatje af. Heb al met 2 verschillende ventilen  geprobeerd doch het gelukt niet en de heer de Jong A’dam schijnt geen goede  ventil te kunnen leveren. Weet u er ook raad op. Of wil ik u eens zo een  ventiel sturen dan kunt u eens zien. 
          Gaarne had ik antwoord op mijn brief  betreffende het zadel des Heela Tangent. 
          In afwachting, Hoogachtend 
            L. Arends         
         
         
De kaart werd op 26 maart 1904 verzonden  vanuit Deventer en werd op 27 maart 1904  in 's-Hertogenbosch bezorgd. 
        Briefkaart van de firma Mestre &  Blatgé: 
         
        Verzonden vanuit Parijs naar B.A. Jansen op 28‑9‑1911,  en aangekomen in ’s‑Hertogenbosch  op 29‑9‑1911. 
         
        De firma Mestre & Blatgé was een  groothandel in onder andere fiets- en motorfietsonderdelen. Ook produceerde men (tussen 1928-1956)  onder de naam Génial-Lucifer tweetakt-motorfietsen met 98 en 246 cc  motorblokken van Aubier Dunne, Train, Chaise, MAG en Sabb. 
Briefkaart  van motorfabrikant Sparkbrook:   
         
          Ooit een grote Engelse fabriek die in 1883 werd opgericht om fietsen te  produceren. Vlak voor de Eerste Wereldoorlog besloot men ook motorfietsen te  gaan maken. Aanvankelijk bouwde men daarvoor 746 en 996 cc JAP-V-twin  zijklepmotoren in, echter zonder succes. In 1914 verscheen de Sparkbrook Light  Motorcycle met een Villiers Mark I tweetaktmotor, die wel goed verkocht. Na  1919 maakte men voornamelijk 247, 269 en 347 cc modellen met motoren van  Villiers, hoewel er ook 348 cc eencilinders van Bradshaw, JAP en Barr  & Stroud gebruikt werden. Vanaf 1921 werden er 269 cc modellen met  Villiers-tweetaktmotor verkocht onder de naam Spark. In 1925 werd de productie  gestaakt.
         
        Motor  driewieler met De Dion-Bouton 1¾ pk motor, gefabriceerd in ongeveer 1890 door  B.A. Jansen te 's−Hertogenbosch, Zuid-Willemsvaart c 376-380: 
          
Foto gemaakt door stadsfotograaf Pierre  Weijnen in 1890. 
        Briefkaart uit 1923 met onder andere 2  motorfietsen: 
         
        Fiets- en Automobielbedrijf B.A. Jansen. Uitstalling van wagens langs de Zuid  Willemsvaart. Links in de auto B.A. Jansen. Op de motor Theo Jansen, Nederlands  kampioen motorrijden. 
         
                  Theo Jansen was een begenadigd motorrijder zoals blijkt uit onderstaand  stukje uit "Het motorrijwiel en de kleine auto", officieel orgaan van  de KNMV uit 1923: 
         
         
         
 Enkele  andere briefkaarten: 
 Uit Oostenrijk: 
         
        Van de Engelse firma Harpur Bros. & Mason Ltd.: 
         
         
        En tenslotte 2 Nederlandse: 
         
         
    
Ad van Tiel 
    
          
        Naar boven   -   Terug naar vorige pagina   -   Home  |